Afscheid

We hebben afscheid genomen van Guusje op zaterdagmiddag 5 november 2011. Hieronder vind je de tekst die vader Lowie uitsprak voor zijn dochter tijdens de crematieplechtigheid.


'Mijn leven is van mij'

Openingsmuziek: Hedwig’s Theme van Harry Potter

Het einde van het einde

Guusje. Lieve Guusje. Vandaag gaan we afscheid nemen. Na vandaag ben jij een herinnering. Ons koesterkind.

We zijn hier met heel veel mensen samen. Allemaal mensen die jou een warm hart toedragen. Allemaal mensen die het erg vinden dat jij dood bent.

Heel veel van die mensen hebben ons de afgelopen maanden gesteund. Toch ga ik hier niemand bedanken. Dat doen mama en papa nog wel een keer persoonlijk. Namens jou.

We gaan naar liedjes luisteren die jij mooi vindt. Veel Guus Meeuwis. Eerst gaan je zussen en je broers iets moois voor jou doen. Loes en Hans steken kaarsen aan. Anton legt een hart met bloemen. Janneke en Lisa lezen voor.

Afgelopen zondag. Jij slaapt. We zitten rond je bed. Marij is er ook. Een van jouw lievelingsverpleegkundigen. Marij stelt voor dat ik ga voorlezen. Daar hou jij van. Ik loop naar de speelkamer. Zie het boek “Harry Potter en de Steen der Wijzen”. Jij bent fan van Harry Potter. Even later zit ik naast je. Ik sla het boek open. Hoofdstuk 1: De jongen die bleef leven.

Zondag was het begin. Het begin van het einde. Vandaag het einde. Het laatste deel uit de Harry Potter reeks, getiteld “Harry Potter en de Relieken van de Dood”.

Voldemort vertegenwoordigt het kwaad. Harry Potter realiseert zich dat hij moet sterven om De Vreselijke Dood te kunnen verslaan. Harry laat zich doden door Voldemort. Hierdoor verslaat hij De Vreselijke Dood. Harry zorgt er zo voor dat iedereen verlost is van het kwaad.

Guusje. Lieve Guusje. Net als Harry Potter. Door te sterven. Versla jij je tumor. Versla jij je pijn. En geef jij ons een nieuw leven. Helaas een leven zonder jou.

Loes en Hans ontsteken het licht.
Anton geeft jou onze liefde.
Janneke en Lisa mooie woorden.
Ze doen het samen. Voor jou Guusje.


(Loes en Hans steken kaarsen aan. Anton legt een hart met bloemen op de mand. Janneke en Lisa lezen voor uit Harry Potter. Ze doen dit tegelijk. Daarna gaan de kinderen zitten.)


Guusje. Lieve Guusje.
Ik zag dat je gelukkig was
Ik voelde dat je genoot
En dichterbij
Veel dichterbij
De hemel kwam ik nooit




Bij ons

Guusje. Lieve Guusje. Toen je wist dat je zou gaan slapen. Slapen om vrij te zijn van pijn. Toen zei je: ik wil mijn broers en zussen zien. We horen bij elkaar: mama, papa, Janneke, Lisa, Hans, Anton, Guusje en Loes. Samen hebben we jou afgelopen zondag vastgehouden. We zeiden: ga nu maar. Ga naar een wereld zonder pijn. Daar waar allemaal andere kinderen zijn. Daar kun je samen spelen in een wereld zonder pijn.

Guusje. Lieve Guusje. Je wilde ons niet verlaten. Je wilde bij ons blijven.


Laat onze dromen nu maar komen
Geef me maar je hand
Deze mooie dag beloven
Liefde hangt boven het land
Zo mooi, zo mooi, zo onvoorstelbaar mooi
Alles wat ik zoek, is wat ik hier vind






Kinderen voor Guusje

Guusje. Lieve Guusje. Jouw nicht Geertje heeft een gedicht geschreven voor Doe Een Wens. Ze zal het voor jou voorlezen.

Ik zie je, zo mager en iel
Beenderen: net glas, fragiel
Geen ruimte voor jeugd, slechts pijn
Maar uiterlijk is enkel schijn

Op goede dagen, als je lacht
Dan geef je blijk van zoveel kracht
Van vuur, pit, en heel veel moed
Het is krachtig wat je doet

Wanneer zal mijn masker breken?
Hoeveel dagen, hoeveel weken?
Hoe lang hou ik de schijn nog op?
Wanneer knak ik, schreeuw ik ‘stop!’?

Eens werd ziekte een rode draad
Voelden we slechts verdriet en haat
Ooit stoppen tranen met stromen
En durven we misschien te dromen

Guusje. Lieve Guusje. Vrijdagavond vroeg mama aan jou: wie wil je nog graag zien? Je noemde direct Nikki. Vandaag zal Nikki voor jou een lied zingen en zichzelf begeleiden op gitaar. Het lied heet “When I look at you”.

Terwijl Nikki zingt, zullen jouw klasgenootjes samen met Geertje, Lieke, Hilke, Sam, Lotte, Meike en Bram bloemen in een vaas zetten. Speciaal voor jou, lieverd.





Gezonde Guusje

Guusje. Lieve Guusje. Woensdagmiddag. 23 mei 2001. Mama heeft een dikke buik. Is al een tijdje uitgerekend. Jij hebt zin in het leven. Je wil eruit. Je maakt het spannend. Je poept in het vruchtwater. Geen tijd om naar het ziekenhuis te gaan. Daarvoor gaat het allemaal te snel. Om 6 minuten voor 5 word je geboren. Je hebt een grote bos zwart haar. In je gezicht rode plekjes.

Guusje. Lieve Guusje. Je bent het meisje met de lange blonde haren. Andere kinderen vinden jou een lolbroek. Je maakt grapjes. Met jou kun je lachen. Als Femke bij ons komt spelen, moet ze naar het toilet. Als ze terugkomt op jouw kamer, heb jij je verstopt.

Guusje. Lieve Guusje. Op feestjes ben je de eerste en voer je altijd het hoogste woord. Victor, de vader van Nikki, zegt tegen mij dat een volumebegrenzer voor jou geen overbodige luxe zou zijn. Nikki heeft een slaapfeest met heel veel vriendinnen. Jouw stem komt boven iedereen uit.
Zo gaat het ook bij toneel. Jouw volumeknop draait overuren. Je bent de enige aan wie regisseur Marij niet hoeft te vragen: kan het wat harder? Nee, zeker als je samen met Rob bent. Dan vliegen de decibellen iedereen om de oren.

Guusje. Lieve Guusje. Je hebt veel fantasie. Je bent creatief. Je schrijft een boek met Ina. Speelt toneel bij Dramarij. Tekent en schildert bij Suzie. Je gaat helemaal op in kampthema’s bij scouting. Je kunt ontzettend genieten. Als er maar gelachen kan worden.

Als je iets doet, ben je heel erg gedreven. Een strebertje. Fanatiek. Als meneer Ad “stop” roept bij hardop lezen, ga jij gewoon door. Het verhaal moet af. Stop roepen helpt niet.
Je karakter is te omschrijven met woorden als pittig, fel, autonoom, zelfstandig en zelfbepalend. Je trekt je weinig aan van de mening van anderen. Je doet de dingen op jouw manier.

Guusje. Lieve Guusje. Je kunt goed ruzie maken. Met je zus Lisa, die ook graag het laatste woord heeft, vecht jij om het laatste woord. Jullie doen niet voor elkaar onder.
Thuis claim je eigen televisie-tijd. Als je zusje Loes naar bed gaat, komt jouw half uur. Dan bepaal jij wat er op TV komt. De rest van het gezin kan redelijk gestoord worden van jouw keuze: altijd weer die Harry Potter.
Binnen ons gezin hoor je bij de kleintjes. Nummer vijf in rij. Daar heb je moeite mee. Je wil zo graag bij de groten horen. Best lastig als je oudere zussen 5 en 7 jaar ouder zijn.

Je houdt van dieren. Heel vaak hoor ik thuis: ik wil naar Vlekje en Kruimeltje, de konijnen van Annabel. Lekker knuffelen.

Guusje. Lieve Guusje. Je bent een klein viespeukje. Je snoept tijdens het eten stiekem uit het boterkuipje. Omkleden tijdens een weekje scouting zomerkamp vind je niet echt nodig. In je laatje op school ligt een hele verzameling frutsels, gummetjes en punten. Juf Bianca kan blijven mopperen. Het helpt niet. Niet alleen op school. Ook thuis. Overal vinden we prullaria, doosjes met gummetjes, stickertjes, kraaltjes, zakjes met briefjes. Je wil alles bewaren. Je kunt niks weggooien.

Guusje. Lieve Guusje. Je bent een buitenkind. Scouting, skeeleren, fietsen, in bomen klimmen. Dat ben jij. Je speelt ook graag met jongens. Nou ja, niet alle jongens. Met Vince kun je heerlijk trampolinespringen. Ook Justin heeft een bijzonder plaatsje in jouw hart. Een hele zomer spetter je samen met Justin in het zwembad. Je mag zijn moeder Anouk heel graag. Het doet je dan ook veel pijn, als dit voorjaar blijkt dat Anouk ernstig ziek is.

Je speelt dan wel met Vince en Justin. We mogen je absoluut geen Guus noemen. Dan word je boos. Guus is een jongensnaam. Jij bent een echt meisje. Echt meisje? Dat wel, maar geen prinses. Al vrij snel verkleed je je als duiveltje of vampier. De verhalen van Paul van Loon en Harry Potter zijn favoriet. De films van Harry Potter kijk je grijs. Ook je zussen en broers houden van Harry Potter, maar zij willen nog wel eens iets anders zien. Jij niet. Jij kunt eindeloos genieten van Harry Potter. Keer op keer.

Guusje. Lieve Guusje. Aan tafel zit je naast me. Na het eten klim je bij mij op schoot. Volgens mama claim je mij. Als je klein bent, kus ik eerst alle kinderen en daarna mama. Als ik naar de deur loop, kom je altijd nog snel een kusje halen. Het laatste kusje van papa is voor jou. Mama, lekker pûh. Je bent een papa’s kindje.

Als een vlinder in mijn buik
Als een lichtje in mijn hoofd
Maakt me zacht, ik sluit mijn ogen
Ik ben betoverd en verdoofd

Zoveel liefde, alleen voor mij
Ze zwaait en straalt erbij




KanjerGuusje

Guusje. Lieve Guusje. Donderdag 31 maart. De dag dat onze wereld verandert. Ik pak je beide handen vast. Kijk jou diep in je ogen. Mama houdt mij vast. Ik vertel je dat we morgen naar Amsterdam gaan. Naar het Emma Kinderziekenhuis van het AMC.

Je bent ziek. Heel erg ziek. Er zullen onderzoeken en behandelingen komen die heel vervelend zijn. Nodig om jou beter te kunnen maken.

Mama en ik moeten heel erg huilen. We hebben het woord kanker gehoord. Zijn bang om jou te verliezen.

Je ondergaat veel onderzoeken en behandelingen. Voor elke behandeling krijg je een kraal. Deze kralen komen te hangen aan jouw KanjerKetting. De KanjerKetting is belangrijk voor jou. Deze laat zien wat jij allemaal meemaakt. De ketting wordt steeds langer.

Dokter Marianne is jouw oncoloog. Ik mag haar geen Marianne noemen. Dat is jullie afspraak. Ik moet Dokter Van de Wetering zeggen.
Je hebt een enorme tumor in je linkerlong. Zo groot als de vuist van Dokter Van de Wetering. Die heeft grotere handen dan ik. Er zijn ook plekjes in je rechterlong en je benen. Alleen een operatie kan leiden tot genezing. Deze vindt plaats op 5 mei.

Guusje. Lieve Guusje. Jij slaapt op de operatietafel. Dokter De Wilde stapt de lift uit. Hele grote ogen. Hij schrikt. Hij ziet mij. Aangeslagen deelt hij mee dat de tumor in jouw linkerlong niet kan worden verwijderd.

Weer moet ik huilen. Je wordt nooit meer beter. Een laaggradige angiosarcoom kan zomaar omslaan. Hooggradig worden. Dan zijn de vooruitzichten slecht.

Jouw kanker. Nooit gezien bij kinderen. Weinig kennis en ervaring wereldwijd. De behandelingsopties zijn beperkt.

Guusje. Lieve Guusje.
Het is begin april.
Ken je het woord kanker? Je knikt ja.
Ken je mensen met kanker? De mama van Justin.
Wat heb ik daarover gezegd? Dat ze dood gaat, papa.
Weet je dat tante Anne-Marie kanker heeft gehad? Nee
Weet je hoe lang geleden? Nee
Al langer dan jij leeft, Guusje.

Guusje. Lieve Guusje. Je hebt niet alleen kanker. Je hebt ook pijn. Zo erg dat wij het ons niet voor kunnen stellen. Nachtenlang slaap je niet. De anesthesisten breken zich het hoofd. Maximaal morfine. Het is niet genoeg.

Het vreemde is dat jij nooit huilt. Je kijkt stoïcijns. Door je grote ogen. Dokter Leonie komt naast me zitten. Wat ze zegt, heb ik je nooit verteld.
Dokter Leonie maakt zich zorgen. Niemand ziet het aan de buitenkant, maar jouw hart moet veel te hard werken. Dit ga jij nooit volhouden, Guusje. Hier ga je aan onderdoor.

Ik zal dit gesprek nooit vergeten. Ik ben totaal van slag. Ik heb respect voor jou, Guusje. De wijze waarop jij je ziekte draagt. Nooit iemand gezien met zoveel moed als jij.

Guusje. Lieve Guusje. Je neemt ons mee een andere wereld in. Deze betreden we op 1 april. Door de schuifdeuren van de lift op F8 Noord. De afdeling Kinderoncologie van het Emma Kinderziekenhuis. De wereld van kanker bij kinderen. Een wereld waarin kinderen bijna alles wordt afgenomen.

Jij verandert in die wereld. Door medicijnen en door pijn. Je wordt een heel stil meisje. Je stemmetje gaat zeuren. Je karakter verandert. Je moet spugen. Je doet je best om te eten, maar dat lukt vaak niet. Je krijgt moeite met bewegen. Gaat steeds krommer lopen.

Je wil zo graag spelen. Lol hebben net als andere kinderen. Maar dat lukt niet altijd. Je hebt veel verdriet. Kinderen sluiten je soms buiten. Zij huilen omdat ze hun zin niet krijgen. Jij huilt omdat ze je kwetsen.

Steeds minder vaak zie ik je lachen. Maar je blijft meedoen. Als je kunt, ga je naar school. Je bent een doorbijter. Wil je er niet onder laten krijgen.
Toch ziet iedereen dat je heel erg ziek bent. Soms hang je in je rolstoel. Maar je wil doorgaan. Kleine doorbijter.

Niet alleen jij, Guusje. Ook mama en ik komen terecht in de wereld van kinderen met kanker. Ook ons leven wordt afgenomen. Niets is meer zeker. Als we naar het AMC gaan met jou, komen er vaak konijnen uit de hoed. Onverwachte keuzes moeten worden gemaakt door mama en mij. Keuzes met maar één alternatief. De hele dag denk ik maar aan één ding: als Guusje maar niet doodgaat. Mijn grootste angst.

Guusje. Lieve Guusje. Zijn de afgelopen zeven maanden voor niets geweest? Het antwoord is nee. Er zijn veel mooie momenten waarop jij heel erg geniet. Het schoolreisje naar Toverland. Je eigen verjaardag met vriendinnen, je KanjerFeest. Beekse Bergen. Scoutingkamp. Dreamnight at The Zoo. Musea voor kinderen. Varen op de Vecht. De Tilburgse kermis. Pannenkoeken eten. Het interview voor het kerstnummer van Libelle. Taarten bakken. Leuke dingen doen met je broers en zussen. Maar ook in het ziekenhuis. Ondeugende dingen streken uithalen met verpleegkundigen. Wat hebben we genoten, Guusje.

Guusje. Lieve Guusje. Wat hebben wij samen veel mooie mensen leren kennen. Jouw favorieten van H8 Noord: Marij, Marinka en Martine.
Lotgenoten zoals Xena en Pieter en hun ouders.
Artsen zoals dokter Marianne, Leonie, Rutger en Sophie.

Niet enkel nieuwe mensen. Ook mensen die we kennen van voor 31 maart. Zij laten hun warme hart zien.
De wereld is mooier geworden door jou, Guusje.


De poort van F8 Noord. De wereld van kinderen met kanker. De wereld waarin je leven wordt afgenomen. Van kinderen en van ouders.

Guusje. Lieve Guusje. Jij was niet van plan je leven af te laten nemen. Jouw kenmerk in het ziekenhuis was je stoel. Daarin zat je altijd. Nooit lag je in bed. Je geest weigerde om ziek te zijn. Karakter tegen pijn en tegen kanker. Zoveel mogelijk genieten. Van je familie en van je vriendinnen.

We zouden naar Amerika vliegen. De winkel bezoeken van Olivander. Een toverstok kopen. Dat was jouw grootste wens. Als je ’s nachts wakker was en ik nog beneden, vertelde jij over de spreuken en bewegingen die je broer Anton je had geleerd. Guusje, als jij eens had kunnen toveren.

Alles leek goed te gaan. Je zus Lisa ging op vakantie. Maar ineens ging het mis. Daar lag je weer op F8 Noord. Een buik vol bloed. De artsen zeiden: “We staan met onze rug tegen de muur. We kunnen niets meer voor haar doen.”

Guusje. Lieve Guusje. Je moest het gaan redden op eigen kracht. Dat kon je niet meer. Pijn en kanker hadden je lichaam uitgeput. Je geest bleef sterk.

De wintertijd begon. Jij vroeg meer en meer pijnmedicatie. Het was steeds niet voldoende. De pijn was hevig. De pijn wilde maar niet verdwijnen. Daarnaast moest je overgeven. Je hield niet op.

Terwijl mama in gesprek was met Dokter Van den Berg speelde ik met jouw toverstok. Ik deed een beweging. Je schrok.

“Dat mag je niet doen, papa. Dat is Avada Kadavra.”
“Wat betekent dat?
“De spreuk van de dood.”

Guusje. Lieve Guusje. Je bepaalde uiteindelijk zelf hoe je ging. Je broers en zussen moesten erbij zijn. We gaven je toestemming om te gaan. We houden zoveel van je dat we bereid waren om je los te laten. Jij liet ons uren wachten en toen we het niet verwachtten, koos jij je moment. Jouw leven was van jou.





Guusje, ons koesterkind

Yvonne en ik moeten samen verder. Samen met onze andere kinderen. Zij waren erbij toen Guusje overleed. Dadelijk gaan we samen voor de laatste keer op weg. Dat doen we samen. Mama, papa, Janneke, Lisa, Hans, Anton, Guusje en Loes. Op weg naar het definitieve afscheid. Daarna wordt onze Guusje een herinnering. Ons koesterkind.


Spreken over Guusje

De afgelopen week maakte onze dochter Janneke mee dat een voorbijganger overstak toen deze haar tegemoet kwam en daarna weer terug overstak. Wat deed dat pijn. Haar zusje is overleden. Is dat een reden om haar uit de weg te gaan? Oversteken of snel de andere kant opkijken. Het is zo doorzichtig. Zo kwetsend.

Wij kunnen ons voorstellen dat het moeilijk is om met ons te praten. Laat die angst geen reden zijn om het niet te doen. Stap over je angst heen. Wij hebben veel verdriet. Niet alleen de komende tijd. Waarschijnlijk heel lang. Voor ons gaat het leven niet gewoon door. Wij moeten een nieuw leven opbouwen. Een leven zonder Guusje.

Er zijn veel tranen. Waarom wil je wel graag dat we lachen, maar ben je bang dat we gaan huilen? Het tonen van emoties is een teken van mens zijn. Daar horen tranen bij. Vind je huilen een teken van zwakte? Niets zeggen of het gesprek over Guusje ontwijken is zo doorzichtig. Zwijgen over Guusje! Dat is  een teken van zwakte. Gewoon laf.

Guusje is een herinnering. Guusje is ons koesterkind. Wij kunnen haar enkel nog laten leven door over haar te praten. Dat doen wij graag. Misschien dat we huilen. Tranen horen erbij. Daar schamen wij ons niet voor.

Vandaag nemen wij alleen afscheid van Guusje. Niet van jullie. Daarom willen Yvonne, onze kinderen en ik door niemand gecondoleerd worden. Een hand geven lijkt voor anderen misschien al snel op condoleren. Doe het dus maar niet.
We worden graag gecondoleerd en we praten graag over Guusje, ons koesterkind. Maar dan wel na vandaag. Als je ons tegenkomt op straat. Als je ons tegenkomt in school. Als je ons aan de telefoon krijgt. Schroom niet. Condoleren graag! Alleen niet vandaag! Praten over ons kleine blonde meisje. Onze Guusje. Heel graag!


Tijd om te gaan

Guusje. Lieve Guusje. Het is tijd om afscheid te nemen. Tijd om definitief te gaan. Dat doen we met jouw woorden. De woorden die jij zelf voor ons verzon:

“Slaap lekker. Welterusten. Tot morgen. Doei dag.”



Een laatste groet

De weg
Ik kan nauwelijks wat zien
Door de waas voor mijn ogen
Lijkt alles gelogen
Alle het mooie lijkt dood
Ik heb zelfs de kracht niet
Om op te geven
Al wil ik het niet
Het leven gaat door
We leefden ons leven
Om samen te sterven
De bergen beklommen
En de dalen gedeeld
In het diepst van de nacht
Zelfs de zon laten schijnen
Niets wat niet kon
En niets was te veel
We wilden geloven
In het eeuwige leven
Ons samen verscholen
En wanhopig getroost
We hebben de waarheid
Zo diep als kon begraven
Ik was één met een engel
Zolang het mocht
Waar jij verscheen
Scheen de zon met je mee
Geen tijd voor verdriet
Maar elke dag omarmd
En altijd vrolijk
Hoe jij dat voor elkaar kreeg
Met oneindig veel moed
Het leven is niet fair
De dans gedanst
Op een zilveren tapijt
Met jou dicht bij mij
De verloren tijd beweend
Doelloos verzonken, dronken
En niets dat niet mocht
Wij twee door de tijd
de tijd heen, midzomernachtdroom
Waar jij verscheen
Scheen de zon met je mee
Geen tijd voor verdriet
Maar elke dag omarmd
En altijd vrolijk
Hoe jij dat voor elkaar kreeg
Met oneindig veel moed
Het leven is niet fair
Jouw stralende lach
En je mooie gedichten
Jouw tedere woorden
Je onverwoestbaar krachtige wil
Je hebt je noodlot
Steeds het hoofd geboden
Tot het eind geloofd in
Jouw idee van geluk
Jouw idee van geluk
Ik ga niet weg
Ik heb nog wat tijd gekregen
Zal altijd maar doorgaan
Tot aan het eind
Ik heb je voor altijd
Mijn hart gegeven
Ik draag je bij me
Tot het licht straks dooft
Ik draag je bij me
Tot het licht straks dooft


Dat komt door jou
Ik laat vandaag de mensen lachen
Tot de nacht zal komen heerlijk dromen dat jij hier bent
En ik jou kan voelen
Naar jou kan lachen
Voelt het soms alsof ik zonder
Veel te leeg en veel te kil ben
En niet echt meer adem
Ik ga vandaag  een berg beklimmen
En de top bereiken met jou in mijn hart
Waar ik jou wil houden
Vast wil houden
Ik ben bang dat ik straks zonder
Veel te klein en veel te kil ben
En me niet kan vinden
Ik zal vandaag de storm bedwingen
En haar laten razen tot ze stil is met jou aan bij mij
Kan ik alles
Wil ik alles
En ik weet dat ik straks zonder
Veel te klein en niks meer waard ben
En geen dag meer door kan
Dat komt door jou
Dat komt gewoon door jou
Jouw hart zit heel dicht bij mij
Jouw hart zit heel diep in mij
Ik wil vandaag de lucht versieren
En haar kleuren geven die net zo mooi zijn zoals jij
En ik roep de regen en de zonnestralen
En ik fluister dat ik zonder
Heel alleen een heel klein mens ben
En geen weg kan vinden
Ik zal vandaag een liedje schrijven
En ze woorden geven die voor jou alleen voor jou zijn
Zing je zacht met me mee
Onze woorden
En ik weet dat ik straks zonder
Veel te bang en veel te min ben
En niet door wil zingen
Ik ga vandaag van alles kunnen
Tot de dag voorbij is en ik weet dat ik maar 1 ding wil
Dat je mee gaat met mij
Bij me blijven
Want ik weet dat ik straks zonder
Niets meer wil en niets meer kan
Dan alleen maar huilen
Dat komt door jou
Dat komt gewoon door jou
Jouw hart zit heel dicht bij mij
Jouw hart zit heel diep in mij
Dat komt door jou
Jouw oogverblindend zijn
Jouw hart zit heel dicht bij mij
Jouw hart zit heel diep in mij
Als ik vandaag de dag met jou mag
Zo een die zacht voorbij gaat terwijl de wereld weg lijkt
En ik naar je kijk
Naar jou blijf lachen
Voelt het soms alsof het wonder
Veel te mooi en veel te groot is
En nooit bestaan heeft
Als ik vannacht de nacht met jou mag
Zo een die zacht voorbij glijdt alsof  de wereld weg lijkt
En ik naar je kijk
Naar jou blijf lachen
Voelt het weer alsof het wonder
Veel te mooi en veel te groot is
En nooit terugkeert
Als ik de dag en nacht met jou mag
En die twee voorbij gaan terwijl heel de wereld wegkijkt
Dan hou ik je vast
En we zweven
Voelt het nog alsof het wonder
Veel te mooi en veel te groot is
Te mooi voor mij is
Dat komt door jou
Dat komt gewoon door jou
Jouw hart zit heel dicht bij mij
Jouw hart zit heel diep in mij
Dat komt door jou
Jouw oogverblindend zijn
Jouw hart zit heel dicht bij mij
Jouw hart zit heel diep in mij
Dat komt door jou
Dat komt door jou


Haven in zicht
Je laat mijn handen los
en slaat je ogen neer
je spreekt het vonnis langzaam uit
je wilt niet meer
ik zou iets willen zeggen
maar ik mis gewoon de kracht
nu je ogen niet meer blauw
zijn maar zo donker als de nacht

En ineens is het voorbij
en is er geen later
en ineens is het geen storm
in een glas water
maar een somber weerbericht
en het anker wordt gelicht
jij drijft weg met de haven in zicht

Ineens woedt er orkaankracht
op de open zee we dansen
als een speelbal op de golven mee
ik zou je willen redden
maar de zee heeft overmacht
en ik zie je verder drijven
als een schip in de nacht

En ineens is het voorbij
en is er geen later
en ineens is het geen storm
in een glas water
maar een somber weerbericht
en het anker wordt gelicht
jij drijft weg met de haven in zicht